Mitigatieschoorsteen

MS1

  • Op aanvraag
  • 3 weken

Bij dakrenovaties worden schoorstenen vaak verwijderd omdat ze geen functie meer hebben. Schoorstenen hebben echter een belangrijke esthetische waarde in het voorkomen van de meeste woningtypes. Veel welstandcommissies staan er dan ook op dat bij renovaties schoorstenen worden behouden. Om invulling te geven aan deze functieloze schoorstenen heeft Unitura in samenwerking met SmartPrefab de mitigatieschoorsteen ontwikkeld. De mitigatieschoorsteen is een lichtgewicht prefab schoorsteen die qua uitstraling identiek is aan klassieke schoorstenen met daarin vleermuis en- of vogelvoorzieningen. Op deze manier kan een volledige mitigatietaakstelling worden opgevangen in ‘functieloze’ schoorstenen.

Voorzieningen
In de mitigatieschoorsteen kunnen standaard huismusvoorzieningen, gierzwaluwvoorzieningen en vleermuisvoorzieningen uit de serie VMPM worden toegepast. Daarnaast kan gekozen worden voor een speciaal voor de schoorsteen ontworpen kraamkast, die opgebouwd is uit vier rondom doorlopende compartimenten en een centrale open binnenruimte. Welke voorzieningen en welke aantallen voorzieningen toegepast kunnen worden is afhankelijk van de omvang van de schoorsteen.

Opties
De schoorstenen worden geleverd in samenwerking met SmartPrefab, gespecialiseerd in de productie van prefab schoorstenen. Er kan gekozen worden voor zowel nokschoorstenen als hellendvlakschoorstenen. De schoorstenen kunnen geleverd worden in alle vormen en maten. Wat betreft afwerking van de schoorstenen kan gekozen worden tussen honderden soorten verschillende steenstrips, stucwerk of gezaagde steenstrips van stenen die uit het project afkomstig zijn.

Bestellen
Als u het voornemen hebt om vleermuis- of vogelvoorzieningen te integreren in een lichtgewicht prefab schoorsteen dan bent u bij Unitura aan het juiste adres. Met een overzicht van de mitigatie opgave (aantal voorzieningen/functies) en een omschrijving van het uiterlijk van de schoorsteen kunnen wij altijd een passende aanbieding maken.

 

Puntensystemen en natuurinclusief bouwen?

Een belangrijk gemeentelijk instrument om natuurinclusief bouwen te stimuleren is het puntensysteem. Gemeenten eisen bij nieuwe ontwikkelingen dat er een minimaal aantal natuurinclusieve punten worden gehaald. Hoeveel punten voor welke maatregel te krijgen is, ligt vast een puntensysteem.

Wat zijn mitigerende maatregelen in het kader van de Wet natuurbescherming?

Mitigerende maatregelen zijn maatregelen die negatieve effecten van activiteiten op beschermde verblijfplaatsen of waarden zoveel mogelijk moeten voorkomen. Het zijn ‘verzachtende’ maatregelen. De eerste inzet is altijd het voorkomen van schadelijke effecten. Is voorkomen niet mogelijk, dan wordt gekozen om de negatieve effecten zoveel mogelijk te compenseren.

Wat zijn permanente gierzwaluwkasten?

In mitigatietrajecten onder de Wet natuurbescherming wordt onderscheid gemaakt tussen permanente en tijdelijke gierzwaluwkasten. Doorgaans worden eerst tijdelijke gierzwaluwkasten aangeboden in de directe omgeving van een gebouw dat gesloopt of gerenoveerd wordt. Gierzwaluwen kunnen dan tijdelijk naar deze kasten uitwijken totdat de permanente gierzwaluwenkasten in het nieuwe of gerenoveerde gebouw beschikbaar komen. Doorgaans kunnen gierzwaluwvoorzieningen pas als ‘permanent’ aangemerkt worden als ze zeer duurzaam zijn (de zelfde levensduur hebben als een gebouw) en als ze onderdeel zijn van de architectuur van het gebouw (de voorzieningen mogen niet makkelijk verwijderd kunnen worden).

Wat zijn permanente huismuskasten?

In mitigatietrajecten onder de Wet natuurbescherming wordt onderscheid gemaakt tussen permanente en tijdelijke huismuskasten. Doorgaans worden eerst tijdelijke huismuskasten aangeboden in de directe omgeving van een gebouw dat gesloopt of gerenoveerd wordt. Huismussen kunnen dan tijdelijk naar deze kasten uitwijken totdat de permanente huismuskasten in het nieuwe of gerenoveerde gebouw beschikbaar komen. Doorgaans kunnen huismuskasten pas als ‘permanent’ aangemerkt worden als ze zeer duurzaam zijn (de zelfde levensduur hebben als een gebouw) en als ze onderdeel zijn van de architectuur van het gebouw (de kasten mogen niet makkelijk verwijderd kunnen worden).

Op welke posities moeten huismuskasten geplaatst worden?

Huismuskasten kunnen het beste tussen de 3m en 12m hoog worden geplaatst. Waarbij posities terhoogte van de dakrand (ongeveer 6m) de meeste voorkeur hebben. Plaats huismuskasten het liefste op koude gevels (noord/oost). Zorg dat er voldoende ruimte is onder de nestkast. Huismuskasten werken het beste als er groen in de buurt is van de kast (binnen 10m). Zie voor een uitgebreidere toelichting het Handboek van Unitura.

Wat zijn permanente vleermuiskasten?

In mitigatietrajecten onder de Wet natuurbescherming wordt onderscheid gemaakt tussen permanente en tijdelijke vleermuiskasten. Doorgaans worden eerst tijdelijke vleermuiskasten aangeboden in de directe omgeving van een gebouw dat gesloopt of gerenoveerd wordt. Vleermuizen kunnen dan tijdelijk naar deze kasten uitwijken totdat de permanente vleermuiskasten in het nieuwe of gerenoveerde gebouw beschikbaar komen. Doorgaans kunnen vleermuiskasten pas als ‘permanent’ aangemerkt worden als ze zeer duurzaam zijn (de zelfde levensduur hebben als een gebouw) en als ze onderdeel zijn van de architectuur van het gebouw (de kasten mogen niet makkelijk verwijderd kunnen worden).

Wat zijn kraamverblijfplaatsen?

In de zomer verblijven grote groepen vrouwelijke vleermuizen in kolonievorm om als groep de jongen groot te brengen. Vleermuizen stellen hoge eisen aan deze kraamverblijfplaatsen. De verblijfplaatsen moeten stabiele hoge temperaturen hebben, omdat de jonge vleermuizen nog niet goed instaat zijn om zichzelf warm te houden. Om voldoende plek te geven aan de kolonie zijn grote, meerlaagse vleermuiskasten nodig. Voorbeelden van kraamkasten zijn onder meer de VMT3, de VMT3a en de VMPMK1.

Op welke posities moeten vleermuiskasten geplaatst worden?

Vleermuizen gebruiken een netwerk aan verblijfplaatsen op verschillende oriëntaties. Vleermuiskasten kunnen dan ook het beste worden verdeeld over zoveel mogelijk verschillende oriëntaties en locaties. Vleermuizen zoeken verblijfplaatsen langs hoeken en randen. Plaats vleermuiskasten op gebouwen zoveel mogelijk langs dakranden en richels. De basis stelregel is dat vleermuiskasten altijd zo hoog mogelijk geplaatst moeten worden, maar tenminste op 3m hoogte. Zorg dat er vrij ruimte is onder de kast. Zie voor een uitgebreidere toelichting het Handboek van Unitura.

Advies nodig voor uw vraagstuk?

Wij helpen u graag verder met vraagstukken rondom natuurinclusiviteit